Tuintips maart 2016

In de rubriek Tuintips dagen we onze leden uit om een stukje te schrijven.
Dit keer: snoeien van een vlinderstrui, onkruid bestrijden en doornloze rozen.

Als u een vlinderstruik heeft kan deze nu gesnoeid worden. Neem alle scheuten terug tot op 5 tot 7,5 centimeter van het oude hout. Zo stimuleert u de vorming van krachtige scheuten die weer zullen bloeien in juli en augustus.

Onkruid wordt een steeds groter probleem na de recente zachte winters. Probeer nu al zoveel mogelijk weg te halen.
Zorg met goed gereedschap dat de wortels meekomen anders is het probleem binnen de kortste keren teruggekeerd. Onderspitten van het onkruid kan, maar dan wel heel diep. Doe zoiets nooit met zevenblad: door te spitten verspreid je kleinere delen van de wortels die dan weer gaan uitgroeien tot nieuwe planten en zo wordt het probleem vergroot. Gebruik in dit geval de spitschop alleen om goed diep in de grond te kunnen steken en zodoende, zoals hiervoor al omschreven, de wortels naar boven te halen om ze te verwijderen.

Wie wel van rozen houdt maar niet van doornen zou eens een doornloze soort kunnen planten zoals de Zephirine Drouhin. Dit is een klimroos die mooi staat bij een deur of aan een hekwerk langs een pad.
Graaf voor het planten een flink gat, niet om daar de plant in te laten verdwijnen maar om er een flinke hoeveelheid mest in te kunnen gooien en vooral ook veel compost voor een goede drainage. Als u een rozenplant heeft gekocht met kale wortels dan dient u bij het planten de wortels goed te spreiden. Heeft u een rozenplant aangeschaft in een pot dan haalt u de plant uit de pot en poot u hem met kluit en al. Wel verdient het aanbeveling om de wortels, die u ongetwijfeld ziet zitten langs de rand van de kluit, een beetje los te trekken om ze als het ware aan te moedigen om sneller te gaan groeien in de nieuwe grond waar u de kluit in zet. Maar of het nu een kluit is of het zijn kale wortels: het belangrijkste is dat de rozenplant ten opzichte van het grondniveau op de juiste hoogte komt te staan.
Onderaan de plant zit op de stam het zogenaamde oculatiepunt. Dat is de verdikking waaruit de takken ontspringen. Omdat het oculatiepunt vorstgevoelig is moet dit zo’n vier tot vijf centimeter onder de grond komen. Verder is het een kwestie van de grond goed aandrukken. Doe dit altijd met de hiel van laars, schoen of klomp, met de punt van het schoeisel in de richting van de plant: zo voorkomt u beschadiging en wordt de plant niet direct bij de stam verstikt door al te enthousiast vaststampen. Vergeet daarna niet, zeker in het begin, om regelmatig water te geven en extra te bemesten. Dit zal de groei bespoedigen.

Tuintips van Theo
tuin 49